Waar mensen en organisaties minder geld krijgen, kunnen raadsleden niet achterblijven vindt de fractie van GroenLinks. Onlangs werd daarom de verordening met een bezuiniging van 10% op de vergoeding van de gemeentelijke volksvertegenwoordigers door de raad definitief vastgesteld.

In de begrotingsraad dienden GroenLinks en PvdA vorig jaar een voorstel in om 10% op de raadsvergoeding te bezuinigen. Culemborg zal immers nog heftige keuzes moeten maken bij het verdelen van schaars geld. De vergoeding voor raadsleden hoeft dan niet buiten schot te blijven. Wettelijk kent de raadsledenvergoeding een minimum en een maximum. GroenLinks en PvdA vonden het niet nodig om op het maximum te blijven zitten. Het argument dat de beloning, in verhouding tot de uren die in raadswerk gaan zitten karig is, snijdt geen hout. Een raadsvergoeding is namelijk geen salaris. Er zijn in Culemborg genoeg vrijwilligers-bestuurders met een grote verantwoordelijkheid die nul-komma-nul vergoeding krijgen voor de vele uren die ze aan hun vereniging of stichting besteden.

In een eerdere discussie over het verlagen van de raadsvergoeding bleek al dat dit vooral bij VVD en d66 op hevig verzet stuitte. In november kwam de VVD met een compromis: wél 10% van de raadsvergoeding afhalen, maar het budget beschikbaar houden voor de raad en dus niet storten in de algemene reserve, zoals normaal wel gebeurt als je als gemeente ergens op bezuinigt. De GroenLinks-fractie stemde vóór omdat dit het enig haalbare bleek.

De korting op de raadsvergoeding is er in ieder geval door. De raad zal later ook nog moeten besluiten over hoe het vrijgekomen budget besteed moet worden. Wat de GroenLinksfractie betreft wordt dat geld niet besteed aan het kopen van ipads voor raadsleden, maar wel aan bijvoorbeeld de Rekenkamer voor onderzoek of aan extra capaciteit voor de griffie. En wat aan het eind van jaar over is, kan dan alsnog naar de algemene reserve.