Lieve Ans, kinderen en familie, vrienden van Anton, Raadsleden en College: “De verpersoonlijking van de uitgestoken hand”. Zo typeerde een raadslid Anton Vermet. Dat waar veel politici nu om worden bekritiseerd, namelijk teveel je oor laten hangen naar wat het volk wil wat je zegt, dat deed Anton niet. Anton had natuurlijk een standpunt, dat hij verdedigde maar tegelijk altijd in gesprek bleef met de andere partijen in de Raad of met de andere bevolkingsgroepen in de stad waar hij het soms fundamenteel niet mee eens was. De uitgestoken hand is het voorbeeld van correct politiek bestuur en zijn persoonlijk optreden naar individuele Raadsleden. Weglopen van een Raadsvergadering uit frustratie of booszijn op een partij, collegelid of wat dan ook, past niet in de houding van Anton en het CDA. De deugd tolerantie en bescherming van de minderheid, de wil te luisteren naar de ander – ook al was die ander het absolute tegenovergestelde van wat hij vond, zat in zijn genen. Hierin is hij een voorbeeld voor anderen.
In de discussie over de plaats van de moskee, maande hij bewoners om te denken aan universele waarden en normen zoals respect voor de ander. Hij durfde het tegen insprekers te zeggen en hij wees ons in de Raad alert te zijn op correct taalgebruik. Hij zei ons niet te snel te oordelen of de taal van de straat te bezigen. Anton fungeerde als geweten van de Raad. Als er iets mis ging fronsde hij, keek vanuit licht voorovergebogen hoofd naar voren en zei bijvoorbeeld de woorden van Aristoteles: Prudentia - verstandigheid. Nog zo’n deugd die hij ons liet zien.
Tja en dat gebruik van het Latijn, niet iedereen in de Raad begreep elke uitspraak, sterker nog één of twee collega’s die toevallig ook historicus waren, lachten of knipoogden. Dat gebruik van het latijn was ook soms net iets te .. Het gebruik van historische verwijzigingen soms ook. “Waar gaat het nu over meneer Vermet”, we zitten niet in de klas. Het werd met een lach gezegd en Anton gaf hen altijd gelijk. Ook het juist gebruik van humor was hem niet vreemd. Enfin, hij schreef mee aan note bene vier hoofdstukken in de canon van Culemborg. Dat anderen minder historisch besef hebben is geen ramp. Neemt niet weg dat ik met het schrijven van dit - in memoriam - denk aan de rede van Pericles in 431 voor Christus. “Athene kroont haar zonen”. Een enkeling weet wat ik bedoel.
Tja en als we dan toch over feiten praten, wat dacht u van het feit (of eigenlijk een mening) dat de VVV terug moet naar Culemborg met een mevrouw, of meneer aan de balie. Niks alleen internet, de mens wordt ouder en wil geholpen worden door een vriendelijke dame die een foldertje kan geven. Of zijn uitspraken voor de NOS over de kwestie Spijkers: “Premier Balkenende, wikkel dit punt nu eens netjes af – schenk nu eens klare wijn!” En wie heeft nog niet gehoord van “omdenken”, zijn manier om ons ertoe te bewegen kritisch te kijken naar het uitgavenpatroon van de gemeente in het licht van de economische crisis. Of het feit van wat langer geleden: de zondagsrust. Voor Anton als fel pleitbezorger van de dag voor het gezin en anti ballenbak bij de Ikea, was de 24-uurs economie de aanleiding voor de breuk met zijn vorige partij, D66.
En wat dacht u van de volgende teksten uit zijn algemene beschouwingen: “Geloof in menskracht, kaders veranderen - niet de kansen, respectloze egotrippers menen dat openbaar bezit hun privé-bezit is, de stad is een product van gezamenlijke verantwoordelijkheid en concordia”
Diverse Raadsleden van links tot rechts, van nieuwkomer tot “oudgediende” spreken over zijn persoonlijke aandacht in termen als: integer, 100 procent oprecht, betrouwbaar, in persoonlijk contact onpartijdig. Een fel debat werd steevast bekrachtigd met een ferme handdruk en een knik. Niemand in de Raad werd door hem op zijn nummer gezet, hij heeft niemand opzettelijk willen beschadigen en niemand heeft dat idee ooit gehad.
De volgende dag, na het debat, sprak hij met de politiek tegenstander vertrouwelijk over houding, stijl, aanpak en woordkeus. Voor hem deed elk raadslid ertoe en je voelde dat als lid van D66, Groen Links, de SP, PvdA en VVD en ongetwijfeld gold dat ook voor zijn eigen partij het CDA. Tot maandag wist ik niet dat hij met zoveel raadsleden vertrouwelijk sprak en dat vertrouwen heeft hij dus nooit beschaamd.
Oogcontact tussen hem en anderen, non verbaal de ogen even sluiten waren voldoende om de discussie een goede wending te geven. Papegaaien (lapsus linguae) was hem vreemd en als er al een papegaai was, dan kooide hij deze op een diervriendelijke manier zodat er ook ergens naar te luisteren was. Door ook niet altijd het woord te willen voeren, luisterden Raadsleden extra wanneer Anton sprak.
Niet zomaar vertrouwde de Raad hem de opdracht naar waarheidsvinding van het moeilijke dossier van de crisis en val van het college, nu ongeveer zes jaar geleden.
Niet zomaar was hij voorzitter bij het bepalen van de voordracht aan de commissaris van de koningin van de nieuwe Burgemeester. Hij was de spin in het web, naast zijn werk op school, naast zijn reguliere raadslidmaatschap en naast vaderschap, gezinsleven en ga zo maar door…
Anton, jij hebt ons laten zien dat het een eer is om lid te zijn van een Gemeenteraad omdat wij over zoveel geld van de gemeenschap gaan. Het gevaar hiermee verkeerd om te gaan is erg groot. Jij liet zien hoe verstand & bescheidenheid, authenticiteit & oordeelsvermogen, tolerantie & relativeren in één politicus zijn verenigd.
Ik eindig voor jou met de woorden, die jou weliswaar onvoldoende typeren maar wel herkenbaar zijn, van Marcus Tullius Cicero, de Romeinse consul in 63 voor Christus: “Liberae sunt nostrae cogitationes” - ofwel: Het staat ons vrij te denken wat we willen. In het Frans: “La loi n’oblige personne à l’impossible.”
Namens alle 21 raadsleden,
Sterkte gewenst aan Ans, Marijn, Jozien en Robert, Sander en Suzanne, verdere familie en vrienden.
Bovenstaande overweging sprak Harry van Alphen woensdag 16 december 2009 uit namens de Culemborgse gemeenteraad bij de herdenking van de vorige week donderdag overleden CDA fractievoorzitter Anton Vermet.